WONEN IN ITALIË – Barre tijden
Het was een pittig weekje. Donderdagnacht viel er een flink pak sneeuw. En dat was op zich niet zo bijzonder. Er valt hier ieder jaar sneeuw. Alleen deze keer veroorzaakte de sneeuwval overal stroomstoringen. Mogelijk doordat er nog zoveel bladeren aan de bomen zaten, heb ik me laten vertellen.
Steeds meer mensen zaten in een koud en donker huis. Bij mij viel de stroom alleen af en toe even uit. Bijvoorbeeld net toen ik onder de douche stond en een gulp koud water over me heen kreeg. Maar na tien minuten floepten de lichten gelukkig weer aan.
Toen ik m'n auto uitgegraven had en er een rondje mee ging rijden, zag ik dat de bar gesloten was. Geen stroom en dat zou voor een groot deel van Mombarcaro nog drie dagen duren. Toen ik zaterdag even kwam kijken of de bar al open was, kwamen daar Aldo en Giacomo mistroostig aanlopen. Giacomo en zijn vrouw hebben zelfs geen houtkachel. "We zijn gisteravond van de kou al om half negen naar bed gegaan" vertelde hij.
Ook mijn Duitse vriendin Uschi en haar man die vlakbij Ceva wonen, waren getroffen. Ze belde me om het etentje af te zeggen, waarvoor ik vrijdagavond, met andere vrienden, bij hen was uitgenodigd. Ze stookten hun houtkachel, brandden kaarsen en zij had haar haar met koud water gewassen, vertelde ze. Ze vond de situatie wel "anstrengend". Een buurman probeerde een electricien op te sporen.
Inmiddels bleek het niet om een paar plaatselijke storingen te gaan maar zaten Monesiglio, Prunetto, Paroldo, delen van Dogliani en Bossolasco allemaal zonder stroom. Helicopters vlogen over om de beschadigde bedrading in kaart te brengen. Ook bleek er een tekort aan electriciens.Toen Mombarcaro zondagmiddag weer op het net was aangesloten, bleken hiervoor electriciens uit Ascoli Piceno (Marken) hebben moeten overkomen. De electriciens die Uschi en Guglielmo weer aan stroom hielpen, kwamen uit Rome.
Maandagnacht viel er weer een pak sneeuw. Opnieuw reed Manuel met de gemeentelijke sneeuwschuiver rond om zoveel mogelijk wegen en weggetjes en opritten sneeuwvrij te maken. De één zag hem om één uur 's nachts voorbij komen, de ander om 6 uur 's morgens. De jongen die altijd zo rustig en bescheiden z'n werk doet, verdient wat mij betreft een standbeeld.
En net toen het begon te dooien en iedereen weer licht leek te hebben, viel de stroom uit in het buurtschap Valle. Dat duurde een hele dag. Toen ik woensdagmorgen Franca, het kattenvrouwtje, voor de winkel tegenkwam, spuwde ze vuur.
Dat zij en al die oude mensen in Valle een hele dag zonder stroom hadden gezeten, interesseerde de hoge heren geen zier, brieste ze. "Jullie daarboven hebben het zeker wel warm gehad. Jullie kon het niet schelen dat wij daar zaten te verrekken." Toen ik er tegenin bracht dat ze boven in het dorp ook drie dagen zonder stroom hadden gezeten, brulde ze:"Vaffanculo!!! (sodemieterop) Vanaf nu betaal ik geen één rekening meer van de gemeente!!"
Oude mensen laten hier luid en duidelijk hun stem horen, als iets ze niet bevalt, is me al eerder opgevallen. Als het moet eisen ze luidkeels hun recht op zorg op. Toen ik dan ook bij de oude Giovanna ging informeren of ze nog iets nodig had, overlaadde die me ook al met een golf verwensingen.
"Ik heb de burgemeester gebeld en gezegd: denken jullie helemaal niet aan ons ouderen? Ik kan m'n huis niet eens uit door de sneeuw. Wie komt mijn pad schoonmaken??" Ze vertelde dat binnen tien minuten de gemeentesecretaris zich had gemeld met een sneeuwschep en naarstig het hele pad had schoongeveegd.
Zelf beleefde ik zaterdag nog een benauwd avontuur. Een vriendin vroeg me of ik even naar de katten van een Engelse regisseur die buiten het dorp woont, kon gaan kijken. Hij was zelf in Hongkong en zij kon met de auto haar tuin niet uit. Daar aangekomen lag de hele oprit vol sneeuw en kon ik nergens parkeren. Ik reed het smalle weggetje langs zijn huis verder af op zoek naar een plek waar ik kon keren. Maar die plek kwam maar niet.
Ik reed steeds verder naar beneden over een weg van hoogstens 2-en-een-halve meter breed. Uiteindelijk kon ik niet verder omdat de weg niet verder was schoongemaakt en ik me vast zou rijden in de sneeuw. Er zat niets anders op om in z'n achteruit weer terug naar boven te rijden.
Het was erg moeilijk om op de weg te blijven. Steeds reed ik de berm in, de modder of de sneeuw in. Uiteindelijk ben ik met een stinkende auto met brullende motor bij een bocht aangekomen en daar kon ik eindelijk keren. Ik ben meteen naar huis gereden.
Tenslotte informeerde ik bij het Consorzio Agrario in Ceva of het verstandig is om een aggregaat aan te schaffen voor als opnieuw de stroom uitvalt. De man aldaar die ze zelf verkoopt, raadde het me af. "Ik heb er zelf tien jaar geleden één gekocht. Maar daarna heeft dat ding tien jaar in de kelder gestaan.Toen ik hem na tien jaar eindelijk weer eens nodig had, startte die niet. Te lang niet gebruikt."
Met deze boodschap reed ik enigszins opgelucht naar huis.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.